De reis naar de woestijn is geheim

Nieuwsartikel

Kees was onderdeel van een reisgezelschap en vierde ‘vakantie’ tussen aanhalingstekens. Hij was eerder in het Arabische land voor zijn werk, maar bezocht nu 'tentenmakers'. Lees het reisverslag over de ‘geheime woestijnreis’.

Kees uit Terneuzen maakte samen met zijn vrouw en een tiental Nederlandse christenen een ‘vakantie’ tussen aanhalingstekens. Hij was eerder in het Arabische land van bestemming voor zijn werk en was bekend met de cultuur en omgeving. Toch was deze reis anders en verbredend. Een interview met hem over de ‘geheime woestijnreis’.

‘Ik noem het land bewust niet omdat ik niet wil dat zendingswerkers, die daar als tentenmaker werkzaam zijn, risico lopen, maar het is een Arabisch land. 85 procent is er Islamiet en de meeste mannen lopen in lange witte jurken en dragen een geborduurd hoedje. Het land is relatief veilig. De reisorganisator verzorgde de reis onder een dekmantel, zodat de reis een dubbele betekenis had. Dit was een soort projectreis, waarbij iedere deelnemer zijn eigen reis had bekostigd.”

Inhoudelijke meerwaarde

De reis werd geleid door een jonge Nederlander. Tijdens de reis sliepen we in eenvoudige accommodaties. Tijdens de maaltijden lazen we samen uit de Bijbel, spraken erover en baden samen en daarnaast hadden we ook Bijbelstudies. Dat was voor mij echt een meerwaarde. De kerkelijke diversiteit vond ik verrijkend. Je leert van elkaar.

“Als toerist cq buitenlander ben je in een bepaalde mate beschermd voor christenvervolging door je nationaliteit.”

Bezoek aan een internationale kerk

Toen ik in het verleden in dit land werkzaam was bezocht ik op zondag altijd letterlijk een ‘ondergrondse kerk’ omdat de kerk in een parkeergarage onder de grond was. Een Amerikaanse voorganger ging dan voor en het was een bijzondere dienst, mede omdat ik besefte dat ook in dit Arabische land de Bijbel opengaat. Tijdens de ‘vakantie’reis bezochten we ook een kerkdienst. Als toerist cq buitenlander ben je in een bepaalde mate beschermd voor christenvervolging door je nationaliteit. Het paspoort droegen we dan ook met ons mee. In het land kan je als buitenlander legaal naar de kerk gaan, zingen en een preek horen. We zaten met heel veel nationaliteiten en denominaties samen onder Gods Woord.

Geen loonsverhoging vragen
Zelf bezocht ik meerdere rampgebieden. Onder meer Haïti, de Filipijnen en slums, krottenwijken. Allemaal plaatsen waar mensen helemaal niets bezitten. Dan nam ik verlof en wisten mijn Amerikaanse collega’s waar ik naartoe was. Eenmaal terug vertelde ik hun erover en zei ik dat ze de komende drie maanden niet om loonsverhoging moesten vragen. Een grap met een serieuze ondertoon, waardoor ik hoopte dat ze zouden nadenken over hun eigen luxepositie. We leven in een omgeving met veel wereldzin. Ik ben daar onderdeel van. Maar na zulke reizen kom je beschaamd thuis. Ze verbreden bovendien je blik op de wereldwijde kerk.” Bron RD magazine 21 oktober 2023

Vragende kapitein

Tijdens de reis maakten we ook een toeristische boottocht. De kapitein was, zonder dat we het vroegen, heel geïnteresseerd in onze achtergrond, maar ook in ons geloof. Hij was islamiet en vroeg allerlei dingen zoals: “Wie is Jezus? Wat betekent het geloof voor jou?” De Bijbelse notities konden we uitleggen in de vorm van een open vraaggesprek. We waren wel een paar uur onderweg. Later dacht ik: ‘De Heilige Geest is reeds aan het werk in het hart van deze persoon en brengt ons op zijn pad.’ Erg bijzonder om zo onverwacht te getuigen van je geloof. Ik hoop en bid dat het verder mag uitwerken in zijn leven.

Respect voor tentenmaker

De reisleider was een tentenmaker. Iemand die het Evangelie verspreidt en dat kan doen omdat hij een werkvisum heeft. In de vriendschappelijke contacten die er ontstaan, probeert hij de Bijbelse Boodschap te delen door een bakkie koffie te drinken of een rondje te wandelen. Dat moet allemaal voorzichtig gebeuren. Hoewel ik het land al vele malen heb bezocht, heb ik er in de praktijk nooit iets van gezien. Het was indrukwekkend om de verhalen uit eerste hand te horen. Ook het feit dat deze tentenmakers hun veiligheid, cultuur en westerse voorzieningen opgeven om op die manier te getuigen van het Evangelie. Ik vroeg mezelf opnieuw af: Wat heb ik er voor over? En hoe kan ik helpen? Mede daarom ben ik sinds 2022 bestuurslid bij Stichting Ismaël.

Meer oog voor de wereldwijde kerk
“Nog niet zo lang geleden was ik in Libanon. We hadden een ontmoeting met Syrische christenen. Ze moesten naar Libanon komen omdat wij geen visum kregen. Ik zag hun radicale opstelling en was daarover verlegen. Het is voor hen lijden om Christus’ wil. Ik sprak met een Syrische predikant. Zijn kerkgebouw, waarin 25 mensen bijeenkomen, was drie keer vernield. Toch wist die man zeker dat zijn prediking vrucht zou dragen. Of het tijdens zijn leven zou zijn, was voor hem een open vraag, maar hij mocht wel geloven dat het zou gebeuren. Die zekerheid, dat doet iets met je. Dan krijg je ook meer oog voor de wereldwijde kerk. Bron RD magazine 21 oktober 2023

Waardevolle tijd als groep

We hebben als groep ook een hele mooie tijd gehad. Een bijzonder moment was de zonsondergang in de woestijn, met een bakkie thee op een kleedje. Als je dagen met elkaar optrekt, leer je elkaar kennen en dat werkt verbindend. Terug in Nederland hadden we een reünie. Omdat ik via Stichting Ismaël contact had met een Syrische predikant die in Nederland was, heb ik gevraagd of hij wat kon delen van zijn werk tijdens de reünie. Dat gaf een mooie dimensie en daardoor waren we weer even terug in het Midden-Oosten. Ook hoorden we van het werk daar.

“Daarom zet het me stil en wil ik als gezin een stuk soberheid betrachten, ruimhartig geven en bidden voor de werkers.”

Tentenmakers ondersteunen

Soms schaam ik me wel eens over onze luxe, rijkdom en welvaart. Thuis, als ik de reis laat bezinken, heb ik veel respect voor de tentenmakers die alles opgeven om te arbeiden in Gods Koninkrijk. En dat op plekken waar nauwelijks christenen zijn en waar de Bijbelse verhalen niet bekend zijn. Vaak ook in een moeilijk en gevaarlijk gebied waar je altijd goed moet letten op risico’s en geheel afhankelijk bent van financiële fondsen van anderen. Dan schaam ik me voor al mijn opgebouwde zekerheden in Nederland. Daarom zet het me tot nadenken en wil ik, samen met mijn gezin een stuk soberheid betrachten, ruimhartig geven en bidden voor de werkers. Tentenmakers zijn niet altijd alleengaanden, maar er zijn ook gezinnen die dat doen. Ik vind dat echt heel bijzonder, dat mensen geroepen worden, uitgezonden worden en gaan. Je hebt een sterke roeping nodig.

Ben jij al geroepen? Niet alleen om Jezus te volgen, maar om ook het werk in Zijn Koninkrijk te doen? Wil je meer weten, ga dan eens een kopje koffie drinken met Jan, bureaumanager van Stichting Ismaël.