Wat is veilig
De achterban moest er wel een beetje aan wennen, merkte Vreeken. „Moet je nou in het Midden-Oosten Bijbels gaan uitdelen? Die landen waar zo’n haat is tegen Israël? Nu zie je een omslag. Mensen vinden het mooi dat juist daar het Evangelie wordt verkondigd, dat er lokale kerkjes worden ondersteund.” Nou ja, lokale kerkjes: vergeleken met deze gemeenten staat de Europese kerk nog maar in de kinderschoenen.
“Ik denk dat de Heere onder deze mensen grote dingen gaat doen”
„De kerk heeft er heel oude wortels. Ik zei een paar jaar geleden tegen een Iraakse man dat wij vijfhonderd jaar Reformatie herdachten. Hij lachte: ‘Onze kerk bestaat al sinds het jaar 33’. Na de hemelvaart heeft Thomas het Evangelie er verkondigd. Er zijn trouwens nog steeds veel mensen met de achternaam Toma. Frappant.”
Op het Arabische schiereiland – met landen als Saoedi-Arabië, Oman en Bahrein – ligt het anders. Daar zijn geen kerken meer. „Die zijn sinds de opkomst van de islam verdwenen. Als expat kun je er nog een kerk beginnen, maar voor lokale mensen is dat verboden.” Niet dat het kerk-zijn in de andere Arabische regio’s van een leien dakje gaat. „Een predikant vertelde me hoe listig de duivel er te werk gaat. Op sommige plekken mocht je wel naar de kerk, maar dan wel alleen op zondag, als iedereen verplicht moest werken.”
Weggetrokken
Miljoenen christenen trokken weg uit de regio. Naar Europa, Australië, Canada. Het doet de situatie in het Midden-Oosten geen goed. „Christenen waren al een minderheid. Die is nu nog kleiner geworden. Om dan je eigen cultuur te bewaken, dat is wel een dingetje.”
Begrijpelijk is het wel. De regio is een toneel van ondoorgrondelijke en onoplosbare conflicten. Coalities van verschillende strijdende partijen zijn onnavolgbaar.
„Politiek gezien snap ik helemaal niets van de situatie. Het loopt zó door elkaar. Rond Mosul zijn bijvoorbeeld Iraanse milities actief die christenen steunen. In Libanon zijn er christenen die deel zijn van de Hezbollah-coalitie. Waarom? Geen idee.
Ik zie niet in hoe het daar ooit goed moet komen. Er zal alleen wezenlijke vrede in het Midden-Oosten komen als men elkaar vindt in het Evangelie.”
“Wapperende was: een teken van hoop”
De voortdurende strijd trekt een spoor van verwoesting. „Als je dat ziet, denk je: hoe moet het verder hier? Overal is ellende. In de christelijke wijken van Damascus staan de mensen in de rij voor brood, dat alleen op de bon te krijgen is. Als je de stad uitgaat, rijd je langs de wijk Douma. Die ligt volledig in puin.
Toch leven er mensen. Onvoorstelbaar. Dan zie je een appartementencomplex waarvan alleen het betonnen geraamte nog staat. Onleefbaar, zou je zeggen. Maar als je goed kijkt, zie je op de bovenste verdieping de was wapperen.”
Opgericht kruis
Wapperende was: een teken van hoop. Zoals ook dat kruis dat op een rotonde ergens in een dorpje onder de rook van Ninevé werd opgericht: de kerk is niet weggevaagd, maar veert weer op. Vreeken zag het gebeuren. „Wij zijn het vanuit ons gedachtegoed niet zo gewend, maar dat visuele is voor de christenen daar belangrijk: de halve maan moet weg, het kruis terug. Het symboliseert dat je als christen je plekje in de maatschappij terugkrijgt.”
Het blijft niet bij symbolen. Al is er veel cultuurchristendom – christen ben je als het in je paspoort staat – hij spreekt ook mensen bij wie hij iets ziet „van een kinderlijk geloof.”
“De Bijbel is het enige rustpunt in zijn leven”
Als hij het daarover heeft, begint er iets te gloeien bij Vreeken. Hij pakt zijn telefoon erbij en toont een Assyrische schaapherder. Een wat oudere man in traditionele kleding, zittend op een plastic tuinstoel, leunend op een stok. „Deze man ging nooit naar school. Hij moest de schapen hoeden. Maar zijn ouders vertelden hem van kinds af over de Bijbel. Dat is nu het enige rustpunt in zijn leven, zei hij.
Als je in zulke omstandigheden zó je vertrouwen op de Heere houdt: dat is nu kinderlijk geloof. En de Heere Jezus zegt: Laat de kinderen tot Mij komen. Dat geldt ook volwassenen met kinderlijk vertrouwen.”
Niet vernield
Het verwondert hem. „Dat er mensen zijn die in déze sfeer het geloof willen belijden. Ja, ze willen er zelfs een lichtend licht zijn. Ze bemoedigen anderen die het minder hebben. Bezoeken hen, lezen de Bijbel met ze.”
Het raakt hem. „Ze nemen hun taak heel serieus. Als je dat ziet, denk je weleens: wat zijn wij hier in Nederland toch stumperds. Wat weten wij van omzien naar mensen in nood?”
De stichting steekt ook bij dit werk een handje toe. „Al is ons werk natuurlijk maar een speldenprikje.”
“Hun enige vraag is: hoe komen we morgen de dag door?”
Ze delen bijvoorbeeld noodhulppakketten uit, vergezeld met Bijbels. „We gingen bijvoorbeeld naar dorpjes waar Assyrische christenen wonen. In the middle of nowhere uit de grond gestampt. Sta je daar midden op het marktplein, omringd door oude mannen en vrouwen – kinderen zijn naar school, mannen naar hun werk. Je leest een stukje, deelt pakketten en Bijbels uit. Dan vertelt iemand van ons iets.
Wat je dan meegeeft? Zelf sprak ik over Klaagliederen 3: ‘Het zijn de goedertierenheden des Heeren dat wij niet vernield zijn’. Alles is er kapot. Hun enige vraag is: hoe komen we morgen de dag door? Wezenlijk is dan dat ze iedere morgen de goedertierenheden van de Heere zien: het had veel erger kunnen zijn. Dat hadden we verdiend. Ik vooral.
Wat de Heere ermee doet? Ik hoop dat het gezegend wordt. Daar zijn ook best signalen van. Soms heb je iemand een kinderbijbel gegeven en komt die later om een volledige Bijbel vragen. Dat gebeurt.”
Een bijzondere ervaring
Een bijzondere ervaring blijft Jan Vreeken bij. „We gingen noodpakketten, inclusief Bijbels, uitdelen in een klein vluchtelingenkampje in Noord-Irak: wat tenten op een boerenerf, met zo’n veertig yezidi-gezinnen en dertig moslimfamilies.
We werden uitgenodigd bij een yezidi-gezin. Zit je in kleermakerszit op de grond, sterke bak thee erbij. Zo gaat dat in het oosten. Komt er opeens een moslimman binnen. Hij ging tekeer: ‘Jullie christenen gaan ook altijd hetzelfde te werk, jullie trekken mensen voor’.
Een uur later begonnen we met uitdelen. Ook zijn naam werd omgeroepen. Hij kwam aanstiefelen en vertrok met het pakket weer naar z’n tent. Anderhalf uur later kwam hij opnieuw naar ons toe. ‘Heb je hem weer’, zeiden we nog tegen elkaar. Maar aan zijn ogen zag ik dat er iets gebeurd was. Had hij in z’n Bijbel gelezen? Ik weet het niet. Maar hij bood z’n excuses aan en noemde ons zijn vrienden. Zó’n mooi moment.”
“Had hij in z’n Bijbel gelezen? Ik weet het niet.”
Vreeken toont de foto waarop hijzelf met een brede lach een arm om de man slaat. „Toen mijn vrouw die foto zag, zei ze: je hebt gehuild. Ja, het was ontroerend. Het was goed dat we er waren. Want misschien leest die man nu wel in z’n Bijbel. En het gaat niet om grote aantallen: er is blijdschap in de hemel als één zondaar zich bekeert. Iedere keer weer.”
Verwachting
Het voedt de verwachting die hij voor het Midden-Oosten heeft. „De volheid der heidenen zal ingaan. Het zou best eens kunnen dat het Midden-Oosten de laatste schakel is van die volheid. Ik denk dat de Heere juist vanuit deze mensen grote dingen gaat doen. Of al doet. Nu belijden ze nog een antichristelijke godsdienst.
“Ik denk dat de Heere onder deze mensen grote dingen gaat doen”
Maar de grote schare die niemand tellen kan, bestaat uit mensen ‘die hun klederen gewassen hebben in het bloed van het Lam’. Allemaal mensen dus van wie je het niet verwacht. Is die er? En die? En misschien zullen zij wel zeggen – en dat zal ook voor mij persoonlijk waar moeten zijn – ‘Hè, is Jan Vreeken er ook?’”
Hij stopt even, slikt zijn ontroering weg. „Bovendien wordt in de Bijbel voorzegd dat de landen rond Israël de Heere zullen dienen. Dat staat er niet vaagjes, nee: dit zál gebeuren. Dat mag, moet je letterlijk lezen. Assyrië – ook wel Babel – en Egypte zijn de hele geschiedenis door vijanden van Israël, maar in Jesaja 19 lees je dat ze samen de Heere zullen dienen. De Heere noemt ze zelfs ‘Mijn volk’ .”
Schakeltjes in de geschiedenis
Het zou zomaar kunnen dat die toekomst zich al aan het ontplooien is. „Er zijn in Iran tachtig miljoen mensen, van wie er drie miljoen thuis christelijke samenkomsten houden. Maar er gebeurt veel in het Midden- Oosten waar wij niet van weten. Als je als ex-moslim ervoor uitkomt dat je christen bent geworden, moet je je complete bestaan vaarwel zeggen. Veel blijft dus onder de radar.”
“Veel blijft onder de radar.”
Dat ze hierin met hun stichting iets mogen betekenen, Vreeken kan de verwondering erover nauwelijks de baas. „We zien weleens dat ons schakeltje een rol speelt.” Geëmotioneerd: „Al zou ik het allerkleinste schakeltje zijn, al is ons werk maar een druppel op de gloeiende plaat: het maakt me klein dat we hierin gebruikt mogen worden.”
Bron: GezinsGids
Beeld: Gerben Vat
Helpt u mee?
U kunt uw bijdrage overmaken via rekeningnummer NL68 TRIO 0786 7131 43 t.n.v. Stichting Ismael o.v.v. Video’s met Arabische Bijbelteksten
U kunt ook doneren via www.stichting-ismael.nl/doneren