In Omars auto reden we naar het strand. Omar zat aan het stuur, gekleed in de traditionele lange witte jurk die vrijwel alle mannen hier in de Golf dragen. Intussen vertelde hij over zijn familie. Die komt deels uit Afrika, vertelde hij. Dat komt vaker voor hier.
Wat opmerkelijker was: een deel van zijn familie, via zijn moeder, bleek christen te zijn. Daar stond ik van te kijken. Voor de meeste mensen die we hier ontmoeten, zijn wij de eerste christenen die ze in hun leven ontmoeten. Maar Omar sprak er luchtig over. “Dat is toch normaal? Je moet gewoon respect hebben voor elkaar.”
In mij groeide een stille hoop. Zou hij me specifiek willen spreken over dit thema? Helaas bleek dat niet het geval. Toen we langs de vloedlijn liepen, vertelde hij over zijn huwelijk. Twee vrouwen heeft hij, en negen kinderen. Maar graag zou hij er een derde bij nemen, het liefst een Europese vrouw. Of ik een kandidate voor hem wist? Ik moest hem teleurstellen. De single dames die ik ken, zitten hier niet bepaald op te wachten. Ze zijn christen, legde ik uit. “Dat is geen probleem!”, was het eerste dat hij zei. “Voor haar wel”, vervolgde ik. “Als christen geloven deze vrouwen dat het huwelijk voor één man en één vrouw bedoeld is.”
Het vervolg van het gesprek kreeg alsnog de gewenste diepgang. Over het huwelijk als een levenslang verbond, over het huwelijk als beeld van Christus en Zijn bruid, over de verzoening die tot stand is gebracht aan het kruis.
We namen hartelijk afscheid, met de wederzijdse wens om hier verder over door te praten. Zijn eerste verlangen mag dan een derde vrouw zijn, dan neemt niet weg dat Christus daarvoor in de plaats kan komen. Ik zal blijven bidden voor Omar. Op hoop van zegen.
Lees hier meer over de Woestijnleven projecten.
Wilt u deze projecten een financiële impuls geven?
Uw gift (ANBI, fiscaal aftrekbaar) is heel hartelijk welkom op rekeningnummer
NL68 TRIO 0786 7131 43 t.n.v. Stichting Ismaël
Hebt u de mogelijkheid om periodiek te steunen?
Klik hier en kies als bestemming Woestijnleven (veldwerkers algemeen).